Kendo termen die gebruikt worden tijdens de training:
Tellen:
1 – ichi
2 – ni
3 – san
4 – shi
5 – go
6 – roku
7 – shichi
8 – hachi
9 – kyu
10 – ju
Japanse zinnen:
Onegai shimasu – Wilt u zo vriendelijk zijn mij te leren/trainen
Domo arigato gozaimasu – Dank u voor de training/ hartelijk dank
Sumimasen – Mijn excuses/sorry
Hai – Ja
Sensei ni rei – Groet de leraar/leraren (buigen)
Shomen ni rei – Groet de kamiza
Otagae ni rei – Groet je mede kendoka’s
Commando’s:
Seiretsu – Op één rij gaan staan
Rei – Buigen
Seiza – Op je knieën zitten
Mokuso – Meditatie
Yame – Stop
Hajime – Start/begin
Kotai – Doordraaien/ wisselen
Men o tsuke – Men opzetten
Men o tore – Men afzetten
Mo ikkai – Nog een keer
Kamaete – Neem houding aan
Sonkyo – Hurken
Nuki toh – Trek je zwaard
Osame toh – Berg je zwaard op
Taito – Breng je zwaard op je heup
Kleding:
Bogu – uitrusting
Men – helm
Kote – handschoenen
Do – Borstplaat
Tare – Heupbeschermer
Hakama – Japanse broekrok
Keikogi – trainingsjasje
Mengane – metalen tralies van de helm
Tenugui – hoofddoekje voor onder de helm
Hoe zet je een shinai in elkaar?
Hoe vouw je een hakama?